Jul 23, 2023

UIt de oude doos: een column over niets


Category: Columns 2023

O god wordt dit weer zo’n column over niks? Helaas, ik moet het u bevestigen, dit wordt weer een column van  niks. 

 Zonnebrillen, ze zijn er in allerlei soorten en maten: zo klein dat je je afvraagt of je daar nog wel doorheen kunt gluren, of zo groot dat het minstens een derde van het gezicht afdekt. En alles daar tussen in. Er is geen mode meer, constateer ik de laatste tijd. In ieder geval niet in zonnebrillen. En schoenen. Alles is te koop: hele hoge hakken tegen stiletto aan, dikke rubberzolen. Ronde neuzen, vierkante neuzen, spitste neuzen. Voor ieder wat wils.

Ik signaleer meestal vrij snel wat de heersende mode wordt, ben zelf ook regelmatig degene die ermee start, maar niet alleen, een dag later merk ik al weer twee televisiemensen op die ook hun haarband uit de kast getrokken hebben. Zoals alle grote ideeën soms op hetzelfde moment gelanceerd worden, zo gaat het ook met mode. Een paar mensen beginnen ermee. Binnen de kortste keren loopt iedereen er zo bij. Het heeft met het bebopkapsel dit jaar wel erg lang geduurd. Mijn kapper wilde mij twee jaar geleden al zo’n kapsel aanmeten. Ik zei nee, ik heb mijn paardenstaart te lief. Nu loopt iedereen er mee.

Ik was in Rhodos, en alles in Rhodos heeft een merknaam. Grif gaan de T-shirts met Puma opschrift, de flessen parfum van Chanel, de gymschoenen van Adidas, over de toonbank. Er hoeft maar een fractie van wat een merkproduct normaal kost, betaald te worden. Het is namelijk nep, fake welgezegd. We hebben het ons laten uit leggen: ergens op de verpakking staat dat het geen merk is. Kleine lettertjes, yes sir. Sommige mensen denken echt dat ze een koopje hebben, domoren  zijn er natuurlijk altijd bij. In het hotel liep de helft van de mensen met een Dolce and Gabana riem. O hoe heerlijk is het toch om koe te zijn.

Die zonnebrillen, ja dat komt nu echt, hele draaiplateaus hingen vol, met de al genoemde merknamen, ook niet echt natuurlijk, maar wel leuk en supergoedkoop. Dagelijks liepen we langs de toeristenwinkels, dagelijks was ik mijn zonnebril in het hotel vergeten en neigde ik naar een nieuwe. Toch maar niet, na enige passen liep ik snel door: Je  hèbt al een zonnebril, Olga. Daarbij komt: Ik vergeet hem altijd; of thuis of op het terras of waar dan ook.

Voor ons hotel stopte een treintje. Ging je met dit treintje mee dan bracht hij je bij het dorp, zo’n twintig minuten lopen, en vaak te ver voor de lome vakantiegangers. Reed je verder mee, dan kon je heel even van de binnenlanden proeven. Ik zat naarstig foto’s te maken, mijn zonnebril, eindelijk meegenomen, lag op mijn schoot. Toen ik een onverhoedse beweging maakte, schoof mijn zonnebril van mijn schoot, en zo hup, via het vloertje op straat. Ik draaide me om en keek hem hangend uit het treintje na. ‘Is het een dure? ‘vroeg mijn achter medepassagier mij. ‘Wel nee,’ zei ik,  ‘als dat zo was dan was ik hem wel achterna gesprongen.’

Ik heb die dagen daarna nog vaak twijfelend bij de nepmerkzonnebrillen gestaan, en toch niets gekocht. Ik ben een zonnebril niet waard. In plaats daarvan kocht ik een hoedje. Wat ik vervolgens ook niet opzette.

Nou, wat zei ik je? Een column over niks.