Jan 28, 2024

Zonder titel


Category: Columns 2024

Als ik de kraan laat lopen om koffie te zetten, denk ik onwillekeurig aan de mensen in de hete landen; het zijn vaak de jonge meisjes die dagelijks kilometers moeten lopen naar een put, bron of rivier om water te halen aan en vervolgens al die liters mee naar huis moeten torsen. Water, zo onontbeerlijk als bloed.

Buiten kom ik een verzamelaar tegen, hij delft de statiegeld goederen op uit de vuilnisbakken. Ik loop door naar de markt.

De bloemen verleiden me met hun uitbundige kleuren. Ik sta stil en zie hoe de hyacinten plaats hebben gemaakt voor de tulprn. Ik laaf me aan de intense indrukken. ‘Kan ik wat voor je doen?’ vraagt de bloemenvrouw. ‘Nee, nee, ik kijk alleen even.’ En ik loop door, denkend aan de plastic bloemen die ik het afgelopen jaar overal en nergens vandaan heb gehaald, ik zal straks een nieuwe bos samenstellen; het fleurt me op.

In de winkel zie ik bij de flessenautomaat de verzamelaar weer. Wie had kunnen bedenken dat deze mensen die aan de onderkant van de sociale ladder staan zo belangrijk zouden worden in onze maatschappij: alles wat de rijke, luie mens aan statiegeldflesjes en blikjes weggooit wordt toch nog gerecycled.

Thuis inspecteer ik mijn vriezer op de kliekjes, als de bel gaat. Ik hang uit het raam en zie een man wuiven met een verkreukelde papieren zak. Azië! denk ik. Na zes weken wachten, komen mijn op internet bestelde schoenen dan eindelijk aan. De bezorger duwt me gejaagd het pakje in mijn handen, en stoomt met zijn busje de straat uit. De verpakking belooft niet veel, en als ik de schoenen in mijn handen heb, ben ik er niet blij mee: wat een miskoop.

Ik stop ze in een plastic zak en fiets naar de kringloop. Daar geef ik ze af bij de achteruitgang aan de medewerkers. Een van hen heeft een echte boeventronie waarmee hij hartelijk naar me lacht. Ik loop de tweedehands winkel nog even in. Ik laat me bekoren door een rokje. Mooi? Ja. Nodig? Nee.

Hup, weer naar huis. Thuis zet ik de thermostaat van achttien op negentien graden. Zoals vaker denk ik aan de tijd dat Bas er nog was en we het huis tot twee en twintig graden verwarmden. Ik maak mijn avondeten klaar. Het is best apart: ik start met zuurkool, vervolgens nassi en ik eindig met pasta. De televisie gaat aan.

Blue Monday is voorbij en de goede voornemens zijn alweer gesneuveld. Het journaal verhaalt van honger en oorlog en crises. Poef springt op mijn schoot, ik streel haar kattenvacht en denk aan de narcissen die ik zag bloeien toen ik langs het park liep.

De wereld staat in brand. En er is niets wat ik er aan kan doen. 


Feiten:
In Oost-Afrika besteden meisjes en jonge vrouwen wel 40 miljard uur per jaar aan het halen van water. Door de tijd die ze hieraan kwijt zijn, blijven meisjes weg van school. Per dag moet er gemiddeld zo’n 6 kilometer gelopen worden voor water. Dat is niet alleen lichamelijk zwaar, de meisjes en jonge vrouwen kunnen onderweg ook te maken krijgen met wilde dieren of seksueel geweld.   

De kledingindustrie stoot, op de olie-industrie na, de meeste Co2 uit. De sector stoot in totaal meer dan 10% van de wereldwijde Co2 uit, daarbij is de sector de veroorzaker van de helft van het afvalwater probleem: voor de productie van één T-shirt en spijkerbroek samen, kun je 175 keer in bad.

12 bosjes bloemen vragen evenveel energie als een jaar televisie kijken en met 400 bosjes kun je het huis een jaar verwarmen.

Slechts één op de tien mensen houdt zijn goede voornemen(s) vol.

Tweedehands spullen kunnen een flinke milieuwinst opleveren. Spullen hergebruiken verlengt de levensduur. Als je iets tweedehands koopt hoeft niets nieuws gemaakt te worden. Zo bespaar je grondstoffen, energie en afval die nodig zijn om nieuwe spullen te maken.